Resultaten van workshops over de Warmtemarkt van de toekomst

Fragment uit de afbeelding van de 4e WiEfm Expert Workshop – Andreas Gaertner – www.zeichner.de

 

Tijdens de vierde expert workshop in Steinfurt, het slotevenement van het WiEfm project, werd een ronde van workshops gehouden met de deelnemers over het thema ” warmtemarkt van de toekomst”. De drie aangeboden workshops hadden de thema’s Economische en duurzame warmteconcepten, Randvoorwaarden voor duurzame warmteconcepten en Van gas los – Hoe komen we tot decentrale warmtetransitievisies?

Er werd veel gediscussieerd en nagedacht over de toekomst, zodat er uiteindelijk een aantal ideeën voor de warmtetransitie, maar ook nog te beantwoorden vragen klaar lagen.

Fragment uit de afbeelding van de 4e WiEfm Expert Workshop – Andreas Gaertner – www.zeichner.de

In Workshop 1, die zich richtte op technologie, leveringszekerheid, emissies en primaire energie, werd de vraag gesteld hoe efficiënt de huidige energiebronnen voor duurzame warmte zijn, of het technisch mogelijk is om op grote schaal het zonder aardgas te stellen, en welke ontwikkelingen en innovaties van belang zijn voor de warmtetransitie.

De essentie van deze workshop was dat er niet één duurzame warmtebron is, maar dat de mix van verschillende warmtebronnen cruciaal is. Technisch gezien is het mogelijk om aardgas geleidelijk af te bouwen en over te schakelen op een duurzame warmtevoorziening. Daarvoor zijn naast de bovengenoemde mix van energiebronnen ook intelligente netwerken met warmte- en elektriciteitsopslag nodig. Oplossingen voor de levering van hernieuwbare warmte moeten breed worden geaccepteerd en dit vereist ook de betrokkenheid van politici en wetgevers bij deze kwestie.

De warmtetransitie vereist een ontwikkeling naar een evenwichtige verhouding tussen vraag en aanbod van duurzame warmte. Waterstof kan als brandstof dienen en de kloof tussen de sectoren warmte, elektriciteit en mobiliteit overbruggen. Innovaties in kleinschalige geothermische energie zijn eveneens een belangrijk aspect en ook koeling wordt steeds belangrijker voor een constante warmtelevering.

Fragment uit de afbeelding van de 4e WiEfm Expert Workshop – Andreas Gaertner – www.zeichner.de

De tweede workshop ging over het juridische kader, en ging daarbij in op de juridische en politieke situatie in Nederland en Duitsland en de betrokken actoren.

Wat Nederland en Duitsland gemeen hebben, is dat de verwarmingsmarkt in beide landen niet bijzonder gereguleerd is en dus veel vrijer is dan de elektriciteits- of gasmarkt.

Een wezenlijk verschil tussen beide landen is dat er veel gemeentelijke nutsbedrijven (Stadtwerke) in Duitsland zijn, terwijl de energievoorziening in Nederland is geprivatiseerd. Het voordeel van privatisering is dat de kosten lager uitvallen. De gemeentelijke nutsbedrijven in Duitsland hebben daarentegen het voordeel dat ze een verbinding met de regio hebben en dat er geld terugvloeit naar de gemeentelijke kas. Deze inkomsten kunnen vervolgens worden geïnvesteerd in lokale energieprojecten. In Nederland is er geen gemeentelijke investeerder en bevoegde instantie voor de warmtetransitie.

Auszug aus dem Bildprotokoll des 4. WiEfm Expertenworkshops – Andreas Gaertner – www.zeichner.de

Het onderwerp van de derde workshop, “Van gas los – Hoe komen we tot decentrale warmtetransitievisies”, is nu zeer actueel, vooral in Nederland. “Van gas los” – de uitfasering van het Nederlandse aardgas is nu een dringende noodzaak geworden door de aardbevingen in Groningen. Maar ook Duitsland moet nadenken over een aardgasvrije warmtevoorziening om van deze overgangstechniek over te stappen op een duurzame basis voor warmte.

Hier waren de vragen “Hoe gaan we vooruit”, “Hoe kunnen we onze medemensen betrekken bij het onderwerp warmtetransitie”, “Hoe kunnen we de juiste opties bieden” en “Hoe wordt het onderwerp voor iedereen relevant en aantrekkelijk?”

De moed om te veranderen in de politiek – moedige politici – is een beslissende bouwsteen. In een eerste stap moet de gemeente of stad duidelijkheid scheppen over het onderwerp warmtetransitie en vervolgens passende bepalingen schrijven in haar doelstellingen op het gebied van energie en milieu.

Dat de techniek daarbij geen probleem is, daarover is men het ook in deze workshop eens. Voorbeelden van de mix van toekomstige warmtelevering zijn warmtepompen, waterstof als “gasvervanger”, de uitbreiding van geothermische energie, biogene methanisering/gasbehandeling voor het gebruik van biogas in het aardgasnet, het gebruik van afval, zuiveringsslib en biomassa voor de warmtelevering, alsmede zonthermie velden in combinatie met seizoensopslag voor warmte. Warmtenetwerken zijn een goede manier om deze duurzaam opgewekte warmte naar woonwijken en andere klanten te brengen.

Een ander belangrijk aspect naast het gebruik van andere technologieën is juist het besparen van energie. De isolatie van bestaande gebouwen is een essentiële factor, evenals het intelligente ontwerp van nieuwe gebouwen, bijvoorbeeld door het gebruik van PCM (Phase Change Material), zodat alleen lage temperatuurniveaus nodig zijn voor verwarming, of er in het beste geval zelfs helemaal geen externe verwarming nodig is.

De centrale boodschap van deze workshop is dat het “drukken op de mentale knop” cruciaal is voor vooruitgang. Daarnaast werd de vraag naar een verbod op aardgas voor verbranding, en de uitbreiding van de verwarmingsinfrastructuur via warmtenetten uitgesproken.

Technisch gezien zijn de omstandigheden er dus – nu hebben we de moed nodig om de verandering aan te pakken en moeten we samen een actieve rol spelen bij het vormgeven van de warmtetransitie.

Fragment uit de afbeelding van de 4e WiEfm Expert Workshop – Andreas Gaertner – www.zeichner.de

 

Future Workshops

vierde expert workshop