Inleiding
Het doel van het INTERREG-V project ‘Warmte in de Euregio – focussen en moderniseren’ (WiEfm) is het bevorderen van een koolstofarme en duurzame warmtevoorziening in de EUREGIO. Het WiEfm project ontwikkelt good practices voor een efficiënte productie, distributie en ingebruikname van duurzame warmte. Niet alleen de technische aspecten spelen in het project een rol. Omdat met name het identificeren van de juiste sturingsvormen, businessmodellen en juridische kaders van belang is voor het succes op lange termijn en het creëren van brede acceptatie, zijn deze aspecten in het governance-deel van het project onderzocht .
Governance
Aan de hand van een aantal kenmerken zijn warmteprojecten qua sturingsvorm getypeerd. Het analytisch kader zoals dat eerder in het project door Saxion ontwikkeld is, werd in de case studies toegepast op bestaande warmtenetten. De variabelen van het analysekader zijn de aard van het netwerkregiem (publiek-privaat) en de complexiteit van de netwerkfunctie (gering-omvangrijk). Op basis daarvan wordt een viertal ‘ideaaltypen’ onderscheiden, met daartussen hybride vormen.
De ontwikkeling naar een complex ‘open’ warmtenet met meerdere producenten en leveranciers is op middellange termijn (2025) niet te verwachten. De marktorganisatie en het wettelijk kader zijn daarop nog niet toegesneden en er is een aantal technische vraagstukken rond de inkoppeling van ongelijksoortige bronnen die nog nader onderzoek vergen.
Voor lokale overheden lijkt het in eigen beheer aanleggen en exploiteren van warmtenetten geen haalbare strategie is om -versneld- te komen tot uitbreiding van bestaande warmtenetten. Voor netbeheerders is het binnen de huidige wettelijke kaders wel mogelijk om een warmtenet te exploiteren, maar zij zullen die investering niet doen zonder de beschikbaarheid van een relatief zekere bron (o.a. capaciteit, temperatuur en betrouwbaarheid) en een gegarandeerde afzetmogelijkheid voor de warmte. Immers, een bron zal vaak pas ontwikkeld en gefinancierd kunnen worden als de afzet zeker gesteld is. Daarmee biedt een top-down dwingende sturing dus geen perspectief als sturingsinstrument voor de uitbreiding van warmtenetten, tenzij het om relatief kleine netten gaat ‘voor eigen gebruik’. Gemeenten doen er beter aan bestaande netten die rendabel functioneren te faciliteren bij een verdere uitbreiding van het warmtenet.
Business case
Op basis van de case studies, voucher-projecten en bronnenonderzoek zijn factoren geïdentificeerd die bepalend zijn voor de business cases van warmtenetten. Er is daarbij een onderscheid gemaakt tussen exogene (omgevings) factoren en endogene (beïnvloedbare) factoren. Om te komen tot de optimale business case dienen meerdere optimalisatierondes te worden doorlopen om uiteindelijk te kunnen aftasten wat de optimale vormen van productie en transport zijn. Tijd is een belangrijke factor. In een energietransitie is het beleids- en prijzenkader in beweging. Daar waar een warmtenet nu nog niet rendabel te ontwikkelen is, zou dat in de toekomst bij stijging van de gasprijs misschien wel kunnen. Andersom zou de kans kleiner kunnen worden als de marktomstandigheden voor warmtepompen of een andere moderne techniek (nog meer) verbeteren. De veranderingen bij beleids en prijzenkader kunnen niet los worden gezien van veranderingen in de techniek. Er doet zich nu nationaal en internationaal de opkomst voor van onder andere nieuwe vormen van lage temperatuur netten, smart grid toepassingen en vormen van cascadering. Er valt veel voor te zeggen, om zowel economimsche als ecologische redenen, bij ontwikkeling van warmtenetten rekening te houden met de komst van deze nieuwe technieken (die zich wellicht nu nog in experimenteerstadium bevinden), zodat in de toekomst deze nieuwe technieken soepel kunnen worden ingepast.
Wettelijk kader
Voor warmtenetten geldt geen specifieke regelgeving die de realisatie, exploitatie en uitbreiding van warmtenetten beperkt of anderszins belemmert. De wetgeving voor de bovengrondse en ondergrondse ruimtelijke ordening in Nederland en Duitsland geldt op dezelfde manier voor ruimtelijke projecten in de vorm van een warmtenet. Een duidelijke regie bij het bevoegd gezag (doorgaans de gemeente en Gemeinden), heldere planvorming (structuurvisie, warmteplan, bestemmingsplan, Bebauungsplan) en een effectief gebruik van het beschikbare instrumentarium zal de realisatie, exploitatie en uitbreiding van warmtenetten positief kunnen beïnvloeden.
Er bestaan geen wettelijke belemmeringen voor de toegang tot warmtenetten voor producenten en leveranciers. Regelgeving op dit gebied ontbreekt. Third Party Access (derdentoegang) is een wezenlijk Europees uitgangspunt bij het gas- en elektriciteitsnet. Om concurrentie te bevorderen moet een ieder tegen dezelfde voorwaarden toegang tot dit net hebben. Dit zal ook moeten gelden voor netten waar andere vormen van energie worden geleverd, zoals warmtenetten. Een producent of leverancier die geen toegang krijgt tot een warmtenet zou zich kunnen beroepen op het mededingingsrecht. Op Europees niveau bestaat geen verplichting voor lidstaten om gedwongen eigendomssplitsing (groepsverbod) voor netbeheerders in te voeren. Als enig EU-land kent Nederland een groepsverbod voor netbeheerders, dit is een eigendomssplitsing op aandeelhoudersniveau tussen enerzijds de netbeheerdersactiviteiten en anderzijds de commerciële activiteiten van energiebedrijven. Dit betekent dat netbeheerders in Nederland geen netten in een holding mogen onderbrengen. Een netbeheerder moet een aparte vennootschap zijn met een eigen vermogen dat los staat van het vermogen van het energiebedrijf of de holding. De netbeheerder mag haar netwerken niet als onderpand inzetten voor de activiteiten van het energiebedrijf. Het ontbreken van de eigendomssplitsing voor warmtenetten vergroot echter de kans dat er monopolies ontstaan en dat de aanleg van een warmtenet niet plaatsvindt wanneer dit commercieel niet interessant is.
In het algemeen kan geconcludeerd worden dat het Europese, Nederlandse en Duitse recht en beleid geen concrete belemmeringen bevat voor de productie, transport en levering van (rest)warmte via warmtenetten in het gebied van de Euregio.
Download het Governance Rapportage
Download bijlage 1 van het Governance Rapportage