Interview Haalbaarheidsstudie Hengelo: Evaluatie ondergrondse mogelijkheden warmte

Welke ervaring heeft u al eerder opgedaan met warmtenetten of collectieve warmteoplossingen?
In Hengelo ligt al een warmtenet dat gevoed wordt door industriële warmte, vanuit Nouryon (voorheen fabriek van Akzo Nobel).

Wat was de uitgangssituatie? (waarom is een nieuwe warmtevoorziening nodig? Gaat het om een nieuwbouw- of renovatieproject, andere aanleiding b.v. vernieuwing van riolering etc., wat zijn de beweegredenen om naar een alternatief voor aardgasverwarming te zoeken?)
Aanleiding is toekomstperspectief, uitgaande van afval wordt grondstof, daar kunnen we straks minder uithalen. Warmtekoppeling Akzo en Twence. Restwarmte gaat nu naar kanaal, warmte indirect van Twence Onzeker of Akzo blijft. Onzeker toekomst, opgave 2050, goed om in beeld te hebben wat de alternatieven zijn. Hiernaast ook thermische energie uit oppervlaktewater. Ook uit Twentekanaal. Dat wordt vooral de koudevraag in beeld gebracht, ander onderdeel. Warmte benutten in de ondergrond.

 

Waarom heeft u ervoor gekomen om een WIEfm warmtevoucher aan te vragen en te gebruiken om de warmtevoorziening te verduurzamen? Welke bijdrage heeft de warmtevoucher van WiEfm voor het project gehad? Wat zou WiEfm voor het project in de toekomst kunnen betekenen?
Wij hebben vanuit Enschede gekozen, eerder gekeken naar ondergrond. Diepe ondergrond is heel weinig potentie. Eerder onderzoeken wezen dat uit. Twence heeft een onderzoek laten doen, vanuit middendiepte voor lage temperatuur. Heel mooi voor eerste onderzoek, verkenning omdat we al lage temperatuur warmtenet hadden. Vanuit contact met Saxion voor gekozen, high tech system park. In de toekomst, het vraagstuk blijft, eerste doorkijk, die ziet er niet heel erg gunstig uit, de middenlaag heeft potentie, maar is te dun voor goede business case.

Welke technologieën/scenario’s zijn er in het kader van WIEfm onderzocht?
Opties voor opwekken van warmte zijn geothermie, Hoog Temperatuur warmte/stoom (vanuit Twence), biomassa (via directe verbranding of via vergisting naar gas en vervolgens verbranding), Warmte-Koude opslag (WKO), al dan niet in combinatie met zonthermie of thermische energie uit oppervlaktewater of power-to-heat.

Welke voorwaarden, belemmeringen en kritische succesfactoren heeft u gezien in het project en liggen nog in het verschiet?
Ondergrondse potentie, wellicht niet financieel haalbaar. Het zou dan wel duidelijkheid geven. Je moet eerst weten of er potentie zit, voordat je het kan doen. Wij hebben cavernes, en dat kan benut worden in de toekomst, voor opslag van warmte. Middendiepe aardlagen, die cavernes zitten hoger.

Welke varianten worden op dit moment gerealiseerd of hoe gaat het project verder? Wat verwacht u als vervolgstap? Wat zijn de voordelen t.o.v. andere ontwikkelingen?
De evaluatie laat zien dat de landelijk gezien meest geschikte gesteentelagen voor de winning van aardwarmte in Hengelo niet aanwezig zijn. Hierdoor zijn ook de mogelijkheden voor toepassing van geothermie beperkter en tegen hogere kosten. Er is een zeer grote kans is dat de kosten voor afname van de warmte die opgewekt is met de geëvalueerde systemen enkele malen hoger zullen liggen dan het gangbare tarief voor restwarmte.

Eventueel oppervlaktewater, andere opties voor warmte. Ook met Twence in gesprek, betrokken van RES, warmtebronnen in kaart brengen. Verdeling plaatsvindt. Potentie in Noord oost Twente gemeente, geothermie is daar kansrijk. Daarbij zouden we kunnen kijken naar een Twents warmtenet met leidingen naar Hengelo.

Welke impact heeft het project voor de regio? Is een dergelijk project overdraagbaar en toe te passen op andere locaties?
Veel samenwerking met Twence, nemen nu geen warmte af. Aandeelhouder van Twence, dat is de duurzaamheidsbevorderaar, van afvalbedrijf. Optimaal gebruik van maken. Inzetten van transitie gebouwde omgeving.

Een soort onderzoek is zeker goed om mee bezig te gaan. Aardgasvrije wijken speelt heel erg en hoe dat optimaal benut wordt. Ondergrond is van het rijk en we willen meer regie en sturing daarop.

naar de haalbaarheidsstudie