Klimaschutzmanagerin Petra Bunzel von der Gemeinde Nottuln spricht über Wärmenetze für ihre Kommune

“Klimaschutz nimmt in Nottuln einen herausragenden Stellenwert ein”

Bunzel_Klimaschutz_Nottuln
Petra Bunzel, Klimaschutzmanagerin der Gemeinde Nottuln. Foto: Anna Eckart (wfc)

Das Ziel des geförderten INTERREG-VA-Projektes “Wärme in der Euregio – fokussieren und modernisieren” (WiEfm) ist es, eine klimafreundliche und nachhaltige Wärmeversorgung für Wirtschaft und Kommunen zu ermöglichen. Auch die Gemeinde Nottuln stellt sich mit einem integriertem Klimaschutzkonzept einer großen Herausforderung: der Umsetzung ihres Energie- und Klimaschutzkonzeptes. Petra Bunzel ist als Klimaschutzmanagerin für die Gemeinde Nottuln beauftragt und setzt sich für den Ausbau von zukunftsfähiger Wärmeversorgung in der Region ein. Im Interview spricht sie über ihre Arbeit als Klimaschutzmanagerin der Gemeinde Nottuln, über neue Wärmeprojekte und über Herausforderungen, die sich dabei ergeben.

Read more

Potentie warmtenetten vooralsnog onderbenut

De volgende bijdrage verscheen op 21 maart 2017 op www.vngmagazine.nl

In de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem kan Nederland grote stappen zetten met de aanleg van warmtenetten. De potentie voor deze warmtenetten blijft vooralsnog onderbenut.

Dat blijkt uit het rapport Toekomstbeeld klimaatneutrale warmtenetten in Nederland van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De wil is er wel, maar de financiële risico’s zijn groot en goede coördinatie ontbreekt, zo concluderen de onderzoekers. De rijksoverheid zou belemmeringen en aarzelingen kunnen wegnemen, maar laat het initiatief over aan gemeenten en provincies. Het rapport bevat voorstellen om deze patstelling te doorbreken.

Sommige gemeenten blokkeren de aanleg van warmtetransportnetten omdat ze niet willen dat die de komende jaren gevoed worden met restwarmte van kolencentrales. Daarmee blokkeren ze echter ook de aanleg van infrastructuur die op termijn nodig is om klimaatneutrale restwarmte en geothermie te kunnen benutten. Investeren in nieuwe warmtenetten is riskant zolang onduidelijk is of en wanneer die netten volledig benut gaan worden. Door deze gebrekkige coördinatie boeken actieve partijen als de gemeenten, warmteleveranciers en investeerders nog weinig voortgang.

De rijksoverheid zou de investeringsrisico’s kunnen reduceren. Aanleggen van warmtenetten op rijkskosten is de eenvoudigste oplossing, maar daarvoor ontbreekt momenteel politiek draagvlak. Rijkssturing is echter ook mogelijk door harde afspraken te maken over de manier waarop fossiele restwarmte wordt vervangen door klimaatneutrale warmte. Verder kan het Rijk de winning van geothermie stimuleren, regelen dat snel duidelijk wordt welke wijken in de toekomst op een warmtenet worden aangesloten of risicodragend kapitaal beschikbaar stellen. Ook is het mogelijk om het verwarmen met warmtenetten voor de eindgebruikers aantrekkelijker en goedkoper te maken dan verwarmen met aardgas. (MM)

Deze bijdrage verscheen op 21 maart 2017 op www.vngmagazine.nl

Green Deal over huizen zonder aardgas

De volgende bijdrage verscheen eerder op www.rijksoverheid.nl op 8 maart 2017. 

Gemeenten in staat stellen om woningen op een andere manier te laten verwarmen dan met aardgas. Daarover heeft minister Kamp (Economische Zaken) samen met 30 gemeenten, 5 netbeheerders en de 12 provincies een Green Deal ondertekend. Ook minister Plasterk en staatssecretaris Dijksma (Milieu) ondertekenen de deal.

Met de ondertekening van de Green Deal wordt een concrete stap gezet in de uitwerking van de Energieagenda uit december 2016, waarin het kabinet de route schetst naar een CO2-arme samenleving in 2050.  De partijen in de Green Deal worden ondersteund door maatschappelijke organisaties en bedrijven die als partner zijn aangesloten bij de deal.

Het energieverbruik in de gebouwde omgeving beslaat ruim 30% van het totale energieverbruik in Nederland. Het gaat om woningen, andere gebouwen en tuinbouwkassen. De CO2-uitstoot die hiermee gepaard gaat, moet zo veel mogelijk omlaag.

Minister Kamp zegt in een toelichting: “Om onze welvaart voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentievermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen. De vandaag ondertekende Green Deal levert hier een bijdrage aan.”

Energiebesparing
Beeld: Riesjard Schropp

Energietransitie voor 7 miljoen huishoudens

De energietransitie grijpt in achter de voordeur van de zeven miljoen huishoudens die Nederland telt. Het grootste deel van de bevolking zal op een andere manier hun huis gaan verwarmen en gaan koken: zonder aardgas. Er moet wel een goed en betaalbaar alternatief zijn. Daarnaast zullen mensen zich bewust moeten worden van het nut en de noodzaak van deze veranderingen. Hier ligt een belangrijke taak voor het rijk, gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Alle gemeenten die betrokken zijn bij de Green Deal, hebben inmiddels initiatieven om bestaande wijken aardgasvrij te maken, in overleg met de bewoners. Zo heeft de gemeente Amsterdam het plan nog dit jaar tienduizend bestaande woningen aan te wijzen om om te zetten naar aardgasvrij.

Green Deal draagt bij aan innovatie

In het Klimaatakkoord van Parijs is in 2015 afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder twee graden Celsius, met het streven deze tot anderhalve graad te beperken. In de Energieagenda vertaalt het kabinet deze internationale ambities naar concrete maatregelen waarmee Nederland in de komende decennia de energietransitie kan realiseren.

Zo moeten nieuw te bouwen gebouwen vanaf 2021 (bijna) energieneutraal zijn. De resterende warmtevraag moet zo veel mogelijk zonder aardgas worden ingevuld. Een grotere opgave ligt er voor de warmtevoorziening in de bestaande bouw. De technologie om andere duurzame warmtebronnen voor verwarming te gebruiken is weliswaar beschikbaar, maar nog niet op grote schaal toegepast in bestaande wijken waar nu door aardgas wordt verwarmd. Doorontwikkeling van de technologie, financiële oplossingen en nieuwe samenwerkingsvormen zijn daarvoor noodzakelijk. Initiatieven die nu mogelijk worden met deze Green Deal leveren een belangrijke bijdrage aan die (sociale) innovaties.

De vorige bijdrage verscheen eerder op www.rijksoverheid.nl op 8 maart 2017. 

Sehen Sie das eigene Wärmenetz im qualitativen Vergleich zu anderen: WiEfm erarbeitet Wärmenetz-Benchmark

Als Betreiber kennt man sein Wärmenetz wie die eigene Westentasche. Leitungslängen, Kesselleistung, Temperaturen – kein Problem, alles bekannt. Doch wie ordnet sich das eigene Netz im Vergleich zu anderen ein? Ist der Wärmepreis so üblich? Haben andere geringere Leitungsverluste oder höhere Wärmedichten? Wie steht es um meinen Primärenergiefaktor? Und wo gibt es noch Ansätze zur Optimierung und Einsparung?

Das geförderte INTERREG-VA-Projekt „Wärme in der Euregio – fokussieren und modernisieren“ untersucht noch bis Ende Mai 2017 die Wärmenetze in der Region und leitet daraus einen qualitativen Vergleich ab. Vollkommen kostenlos und natürlich anonymisiert. Interessierte Netzbetreiber aus der Projektregion sind eingeladen, daran teilzunehmen.

Read more

Industrielle Abwärme nutzbar machen – von Förderung profitieren

viel AbwärmeEiner der Ansätze des Projektes WiEfm ist es, bestehende Wärmequellen zu identifizieren und mit möglichen Wärmesenken zusammen zu bringen. In vielen Unternehmen wird Prozesswärme in Produktionsverfahren benötigt, wovon ein großer Teil den Prozess als Abwärme wieder verlässt. Um dieses Potenzial, das heute häufig ungenutzt bleibt, zu heben, stellt das deutsche Bundesministerium für Wirtschaft und Energie (BMWi), über die KfW, Fördermittel bereit, die von Unternehmen verschiedenster Größenordnung abgerufen werden können. Genaueres hierzu und die Links zu den Förderdatenblättern der KfW finden sich auf den Seiten der Kampagne “Deutschland macht’s effizient”.

Ein gutes Beispiel, bei dem die Abwärme eines Kupferproduzenten die Hamburger Hafencity Ost mit ca. 6.000 Wohneinheiten nahezu vollständig mit Wärme versorgen wird, findet sich hinter folgendem Link auf den Seiten des BMWi.

Oplevering Biogas Netwerk Twente

De volgende bijdrage verscheen eerder op www.overijsselheeftnieuweenergie.nl

Met de opening van het Biogas Netwerk Twente is opnieuw een stap gezet om de rol van groen gas in de duurzame energievoorziening te versterken. Het Biogas Netwerk Twente voegt 4 miljoen m3 groen gas aan de bestaande productie van 81 miljoen m3 toe.

Het Biogas Netwerk Twente is een samenwerkingsverband tussen Gasunie New Energy en Cogas. Eerste producent die is aangesloten op het nieuwe biogasnetwerk is Gebroeders Oude Lenferink uit Fleringen. Zij kunnen op termijn 6 miljoen m3 biogas produceren. Dit biogas gaat via de transportleiding van Biogas Netwerk Twente naar een centrale installatie in Almelo waar het wordt opgewerkt naar groen gas. Groen gas heeft dezelfde kwaliteit als aardgas zodat het vervolgens ingevoed kan worden in het bestaande gastransportnetwerk van Cogas.  Na opwerking blijft er 4 miljoen m3  groen gas over, genoeg voor een jaar lang comfortabel en duurzaam wonen voor 2.500 huishoudens  in Twente.

Het Biogasnetwerk Twente heeft de potentie om op termijn door te groeien naar 40 miljoen m3 groen gas voor zo’n 25.000 huishoudens. Het aanbod groen gas in Nederland neemt door dit netwerk toe met ruim 3 procent. Het aanbod aan groen gas is toegenomen van 2 miljoen m3 in 2009 naar 81 miljoen m3 in 2016.

Lening Energiefonds Overijssel
De aanleg van de biogasleiding en de opwerkinstallatie is mede mogelijk gemaakt door een lening van bijna 2 miljoen euro van het Energiefonds Overijssel.  Het fonds levert met de financiële ondersteuning een bijdrage aan werkgelegenheid, ondernemerschap, innovatie en aan de ambitie van Overijssel: 20% nieuwe energie in 2023.


Deze bijdrage verscheen eerder op www.overijsselheeftnieuweenergie.nl

Woningen zonder gasaansluiting meestal goedkoper uit

Deze volgende bijdrage verscheen eerder op www.dwa.nl op 13 februari 2017. 

In opdracht van Stedin heeft DWA een onderzoek uitgevoerd naar de vraag wat het afschaffen van de aansluitplicht voor gas betekent voor de portemonnee van de koper van een nieuwbouwhuis. Conclusie: nieuwbouwwoningen kunnen prima zonder een gasketel gebouwd worden. De bewoners zijn financieel beter af en het milieu is ermee geholpen.

Onderzocht is wat de verschillen zijn in maandlasten en de totale kosten over een bepaalde periode (‘total cost of ownership’) tussen een woning die nog met een gasketel wordt gebouwd en een woning zonder gasaansluiting die wordt verwarmd met een warmtepomp. Voor zes woningtypes is de businesscase vanuit het perspectief van de bewoner doorgerekend.

De berekeningen laten zien dat voor vijf van de zes woningtypes de maandlasten van een nieuwbouwwoning zonder aansluiting op het gasnet gelijk of lager zijn dan voor een woning met een gasketel en aansluiting op het gasnet. Hierbij is gerekend met de totale kosten voor de bewoner (hypotheeklasten, onderhoudskosten, energiekosten) op basis van een periode van 15 jaar (de levensduur van een gasketel). Alleen de galerijwoning scoort iets minder goed, maar het verschil is minimaal. Wordt gerekend over een periode van 30 jaar, dan geldt dat de kosten voor alle woningtypes lager zijn.

Belangrijk om op te merken is dat de berekeningen zijn gedaan vanuit de huidige situatie: gerekend is met de huidige kosten van energie, energiebelastingen, investeringskosten, (fiscale) subsidies. De studie bevat ook een gevoeligheidsanalyse, waaruit blijkt dat bijvoorbeeld bij een hogere gasprijs de businesscase voor gasloos bouwen nog rendabeler wordt.

Het onderzoek laat zien dat de all-electric oplossing in de meeste situaties al een goed alternatief is voor een woning op gas; in sommige situaties kunnen collectieve verwarmingssystemen een goed alternatief zijn voor de all-electric oplossing. In het onderzoek is collectieve verwarming, zoals stadswarmte, niet meegenomen.Stadswarmte kan in sommige situaties echter een prima en betaalbaar alternatief zijn voor de all-electric oplossing.

Op basis van het onderzoek pleit Stedin ervoor om de aansluitplicht voor gas bij de behandeling van de Wet Voortgang Energietransitie te schrappen.

Download het onderzoek Kostenvergelijking alternatieven voor aardgas in nieuwbouwwoningen.


Deze volgende bijdrage verscheen eerder op www.dwa.nl op 13 februari 2017. Neem voor meer informatie contact op met Sanne de Bruin, E sanne.bruin@dwa.nl, T 088 – 163 53 42 of Peter Heijboer, E heijboer@dwa.nl, T 088 – 163 53 20.

Onderzoek naar regionaal duurzaam warmtenet

De volgende bijdrage verscheen op 2 december 2017 op www.mpdgroeneenergie.nl.


Onderzoek naar duurzaam regionaal warmtenet in Wageningen, Renkum en Ede; Verduurzaming door gebruik van Ultradiepe Geothermie

Wageningen – Vandaag tekenden 14 partijen, waaronder Provincie Gelderland, Gemeente Wageningen, Ede en Renkum, Parenco, Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) en MPD Groene Energie een intentieovereenkomst om de mogelijkheid van een regionaal warmtenet te onderzoeken. Dit warmtenet zal gevoed worden met aardwarmte. Een dergelijk warmtenet is uniek in Nederland, vanwege het gebruik van Ultradiepe Geothermie, en zou een forse verduurzaming betekenen voor de invulling van de energievraag in deze regio.

De aanleiding voor het onderzoek naar een regionaal warmtenet in Wageningen, Renkum en Ede komt voort vanuit de extra energievraag van Papierproducent Parenco in Renkum voor hun tweede papierlijn. Om deze energievraag duurzaam in te vullen, wil Parenco gebruik maken van Ultradiepe Geothermie. Ultradiepe Geothermie is aardwarmte vanuit diepere aardlagen (vanaf 4.000 meter diep), waarbij duurzame stoom uit de bodem wordt opgepompt. Deze stoom gebruikt Parenco om de papierproductie te verduurzamen. De geothermiebron biedt voldoende warmte om daarnaast ook tenminste 15.000 woningen te verwarmen in Ede, Wageningen en Renkum. Hiermee zal het gasgebruik, en dus de CO2uitstoot in de regio, afnemen. In de regio blijkt er veel interesse te zijn voor deze duurzame warmtevoorziening. Daarom zijn meerdere gemeenten, woningcorporaties en andere partijen betrokken bij het onderzoek naar de mogelijkheid van een regionaal warmtenet, gevoed door geothermie.

Ultradiepe Geothermie in Nederland
In Nederland zijn tot dusver 15 warmtenetten gerealiseerd, gevoed door aardwarmte, die voornamelijk kassen verwarmen. Een mogelijk warmtenet in deze regio, zal de eerste zijn in Nederland die wordt gevoed door Ultradiepe Geothermie, waarbij de warmte tussen de 4,5 en 6 kilometer diepte wordt gewonnen. In de komende maanden zal de haalbaarheid van een bron op het terrein van Parenco in Renkum met geologisch onderzoek in kaart worden gebracht. Daarnaast wordt de impact van een geothermische bron op de omgeving onderzocht.
Het Ministerie van Economische Zaken ondersteunt dit onderzoek naar Ultradiepe Geothermie.

Planning
In februari 2017 zal het onderzoek gestart worden. Communicatie hierover gebeurt in nauwe afstemming met alle betrokken partijen. De verwachting is dat in september 2017 de onderzoeken naar de ondergrond volledig zijn afgerond en er duidelijkheid is over de slaagkans van de Ultradiepe Geothermie bron.

Betrokken partijen
Dit project is een initiatief van Parenco, Alliander DGO, Provincie Gelderland, Gemeente Wageningen, Gemeente Ede, Gemeente Renkum, MPD Groene Energie, Idealis, Wageningen Universiteit, BeGreen, De Woningstichting, Ennatuurlijk, Gelderse Natuur en Milieufederatie, Coöperatie ValleiEnergie.


Deze bijdrage verscheen op 2 december 2017 op www.mpdgroeneenergie.nl.

Heat Roadmap Europe – die interaktive Wärmedichtekarte

Peta, the Pan-European Thermal Atlas: renewable energy
Peta, the Pan-European Thermal Atlas: renewable energy

Auf der Seite Heat Roadmap Europe gibt es die Möglichkeit, den Wärmebedarf, Abwärmepotenziale und erneuerbare Energiepotenziale für eine Vielzahl von Ländern der EU – unter anderem Deutschland und die Niederlande – einzusehen und sich eigen Karten zu erstellen. Die Wärmedichte wird dabei auf Grundlage von statistischen Daten in einem Raster von 1km mal 1km dargestellt. Dadurch ist eher ein regionaler Fokus gegeben und weniger sind Rückschlüsse z.B. auf mögliche kleinteilige Wärmenetze möglich.

Ein Video erklärt die Anwendung der Karte.